Het journaal trekt naar het front
Tijs Mauroo volgt de opmars van het Duitse leger in 1914 - vanaf vrijdag 15 augustus in Het journaal
Van 15 tot 25 augustus volgt Tijs Mauroo in een reeks reportages voor Het journaal de opmars van het Duitse leger in 1914. De elfdelige reeks Naar het front brengt dag na dag sterke verhalen uit de bloedige eerste weken van de Groote Oorlog. Dat front bewoog destijds voortdurend: het Belgisch leger deed wat het kon, maar de Belgen werden toch teruggedreven.
De reeks begint in Luik bij het Fort van Loncin, dat door de Duitse superkanonnen (de ‘Dikke Bertha’s’) aan puin werd geschoten. Tijs Mauroo volgt een spoor van Duitse oorlogswreedheden dat hem langs martelaarssteden als Aarschot, Visé en Dinant voert. In die woelige dagen vielen in ons land honderden burgerdoden en die worden in de betrokken steden uitgebreid herdacht. Familieleden vertellen over het gruwelijke lot van hun verwanten. Schrijver Stefan Hertmans leest voor uit het oorlogsdagboek van zijn grootvader-soldaat.
Op zijn tocht langs het front besteedt Tijs Mauroo ook uitgebreid aandacht aan Leuven, de universiteitsstad die in brand werd gestoken en waar meer dan driehonderd burgers door Duitse soldaten werden gedood. De afgebrande universiteitsbibliotheek zou nog jarenlang symbool staan voor de “slechtheid van de Duitse cultuurbarbaren”. Ook de Duitse bezetting in Brussel en elders komt aan bod. Ze was hard en meedogenloos. Voor de bevolking volgden vier lange jaren vol honger en ontbering.
De Groote Oorlog raasde in augustus 1914 als een moordende wervelstorm door het ‘neutrale’ België.
Het journaal trekt honderd jaar later naar het front, vanaf 15 augustus.