Op de man af (3/9): Mountainbike met Bill Barberis en coach Filip Meirhaeghe
4 augustus 2020
![](https://cdn.uc.assets.prezly.com/5c4c752c-0a29-4ddc-ad0d-185947f63fa8/-/format/auto/header.png)
Saartje is een duursporter. Doorbijten en blijven gaan is haar ding, ook al is ze al uren aan een wedstrijd bezig. Maar kan ze dat dagenlang volhouden? Dat wilde acteur Bill Barberis graag weten. Is Saartje te verslaan in een duursport die niet alleen fysiek alles van een mens vraagt, maar die drie dagen duurt en dus ook een mentale strijd met zich meebrengt? Voormalig wereldkampioen mountainbike en winnaar van Olympisch zilver Filip Meirhaeghe neemt de taak op zich om Saartje en Bill klaar te stomen voor de Titan Desert Race.
Filip Meirhaeghe: “Toen ze mij belden om Saartje en Bill hiervoor klaar te stomen, wist ik meteen hoe zwaar die voorbereiding zou worden. De Titan Desert Race is eigenlijk gekkenwerk. Twee weliswaar sportieve maar toch onervaren mensen hierop voorbereiden was geweldig tof, maar tegelijk ook bijna onbegonnen werk. Ik heb m’n hart vastgehouden tijdens de racedagen. Ze hebben een waanzinnige prestatie neergezet.”
In de Titan Desert Race komt het erop aan om te blijven fietsen, zo snel en zo lang mogelijk, honderden kilometers lang, in de loodzware zon, en door het mulle zand van de Marokkaanse woestijn aan de voet van het Atlasgebergte. De deelnemers moeten zich een weg banen met niets anders dan een fiets, een gps en enkele bevoorradingsposten onderweg. Halen onze titanen überhaupt de finish en verschijnen ze ’s anderendaags weer aan de start?
Bill Barberis: “Ik ben wel iemand die goed alleen kan zijn, dus dagenlang in de woestijn een gevecht leveren met jezelf en de elementen sprak me enorm aan. Ik had alleen op voorhand niet correct ingeschat hoe diep ik zou moeten gaan. Er is zelfs een moment geweest dat ik letterlijk en figuurlijk de pedalen verloor. Hoe dat afloopt, verklap ik nog niet.”
Saartje Vandendriessche: “Fietsen doe ik graag, zolang ik maar soepel en vlot vooruit vlieg. Maar dat klimmen, dat ploeteren door los zand, dat eentonige van uren en uren doorbijten... Dat vond ik afschuwelijk. Ik herinner me nog goed dat ik met lood in mijn schoenen naar Marokko ben vertrokken. Ik had het gevoel dat ik naar de slachtbank zou worden gebracht. Het was letterlijk en figuurlijk een berg waar ik voor stond en over moest zien te geraken.”