Pano over verkrachtingsdrugs
woensdag 2 maart op Eén
1 maart 2022 - “Ik heb totaal geen idee wat er met mij is gebeurd. Iemand heeft buiten mijn bewustzijn mijn lichaam gebruikt en ik kan niet omschrijven hoe dat voelt”. Aan het woord is Sarah (schuilnaam), die ervan overtuigd is dat er bij het uitgaan iets in haar drankje is gedaan. En ze is niet alleen: elke week is er in ons land één aangifte van verkrachting met drugs. Met een slachtoffer dat zich nauwelijks iets herinnert.
Pano toont wat ‘spiking’ inhoudt: hoe gebeurt het en wat zijn de gevolgen voor het slachtoffer? Voor toxicoloog Jan Tytgat is GHB de ‘perfecte verkrachtingsdrug’: “Een paar druppeltjes volstaan al, zodanig dat de gebruiker het niet proeft en niet merkt. Vandaar het gevaar. En in die periode capteer je als het ware niks meer.”
Het spiken maakt verkrachtingszaken alleen maar complexer. Want als een slachtoffer niets meer weet, wat moet het dan gaan aangeven? Dat wordt duidelijk in het verhaal van Margo en haar zus Toke: “Ik had alles gezien en Margo wist van niks. Op dat moment dacht ik: eigenlijk interesseert het mij niet wat mijn zus ervan vindt. Ik wil naar de politie voor mezelf, maar ook voor mijn zus”.
Pano onderzoekt hoe kan worden bewezen wat slachtoffers overkomen is. In de 'Zorgcentra na seksueel geweld' is alles afgestemd op het welzijn van het slachtoffer én het verzamelen van DNA-materiaal. Voor slachtoffers die ergens anders worden opgevangen, loopt het vaak heel anders af.
Professor seksueel geweld Ines Keygnaert: “Politie en parket moeten natuurlijk kijken naar het bewijs dat er is en dat is vaak veel moeilijker wanneer er spiking is geweest, afhankelijk van waar iemand die eerste zorg heeft gekregen en of er een forensisch onderzoek is gedaan. En dan komen zij vaak wel tot de conclusie dat het bewijs onvoldoende is”.
Reportage: Liesbeth Indeherberge en Emilie Légère
Eindredactie: Pascal Seynhaeve en Sara Van Boxstael
Een programma van VRT NWS voor Eén.
Pano – 'Verkrachtingsdrugs verborgen': woensdag 2 maart, om 21.25 u. op Eén